Geert van de Laak is 32 jaar en staat vol in het leven. Dat was niet altijd zo. Meer dan de helft van zijn leven was hij verslaafd aan allerlei middelen. Op jonge leeftijd kwam hij al in aanraking met drank en softdrugs. Maar de ellende begon pas echt toen hij slaap- en kalmeringsmiddelen voorgeschreven kreeg. Na drie mislukte stoppogingen ging de knop om. Op zijn 30e wist hij succesvol af te kicken. Nu zet hij zich als ervaringsdeskundige in voor jongeren met dezelfde problemen.
‘Het begon, zoals bij veel verslaafden, met blowen en drinken. Toen ik 19 was, wilde ik daar vanaf. Omdat ik niet kon slapen, kreeg ik bij de instelling waar ik afkickte een slaapmiddel voorgeschreven. En Ritalin, want uit een test kwam dat ik ADHD had. Daar kon ik weer niet van slapen, dus kreeg ik er een extra slaapmiddel bij. Daar werd ik depressief van. Ik ging naar binnen met een joint en kwam eruit met vijf verschillende medicijnen. Het was veel moeilijker om daarvan af te komen.’
Geert hoorde vroeger bij het populaire clubje. ‘Ik moest er wel meer voor doen. Gekke dingen om de aandacht te trekken, zoals softdrugs meenemen voor mijn vriendjes. Daar kon ik makkelijk aankomen. Zo ben ik erin gerold’, vertelt hij. Het echte probleem ontstond toen er ook nog een berg medicijnen bij kwam. ‘Mijn slaap, mijn stemming, naar buiten durven; ik had ze overal voor nodig. Hulp bij het afbouwen was er niet. Tien jaar heeft het me gekost om ervan af te komen.’
Epilepsie en spierspanningen
Vrienden en familie zagen Geert afglijden. ‘Ik kwam er al snel achter dat ik lekker high werd als ik er eentje extra pakte. Mijn weekvoorraad Ritalin spaarde ik op om in het weekend in twee dagen te slikken. Op de zwarte markt kon ik extra voorraad bestellen. Intussen sloot ik mezelf steeds meer af. Op verjaardagen kwam ik niet, dat was te druk. Alleen als er een hoop drank inging, kon ik het aan. Het enige wat ik nog deed was naar de voetbalwedstrijden van FC Den Bosch gaan, ook zwaar onder invloed. Voor de rest zat ik boven achter mijn PlayStation.’ Ook lichamelijk hield Geert er klachten aan over. ‘Ik combineerde zoveel middelen dat ik epileptische aanvallen kreeg als ik een keer niet gebruikte. Daardoor mag ik ook geen auto meer rijden. Mijn ogen zijn erg achteruitgegaan en ik heb ook last van extreme spierspanningen.’
Andere aanpak
Op zijn 30e verjaardag ging de knop om. ‘Ik dacht: ‘Je woont bij je moeder, geen baan, geen vriendin. Wat heb je nu opgebouwd?’ Het was een depressieve bui, maar die heeft mij wel aan het denken gezet. Ik ben naar Promentis in Den Bosch gegaan. Die hebben een kliniek in Zuid-Afrika. Daar ben ik 9 weken geweest.’ Na drie eerdere pogingen lukte het daar wel. Dankzij de diepgaande behandeling. ‘Daar kwam ik erachter dat er meer speelde dan enkel het gebruik. Bepaalde dingen die ik in mijn jeugd heb meegemaakt, waar ik niet mee om kon gaan, riepen emoties op die ik nooit wilde voelen. Die heb ik al die jaren verdoofd. Nu weet ik wat ik moet doen als ik ergens mee zit. Alles waar ik vroeger om ging gebruiken, weet ik nu op een gezonde manier aan te pakken.’
Afscheid nemen
Het kost Geert geen enkele moeite om clean te blijven. Zijn vriendin, die zelf ook hersteld is, is zijn grote steun. ‘Tegen haar kan ik alles zeggen. Het is heel belangrijk om de juiste mensen om je heen te hebben. Van de vrienden van vroeger zie ik niemand meer, daar heb ik resoluut afscheid van genomen. Sterker nog: ik heb niet eens vrienden die bier drinken. Situaties waarin alcohol gedronken wordt vermijd ik liever. Laatst zijn we voor het eerst weer eens de stad in geweest. Ik zag mensen drinken en joints roken. Hartstikke gezellig, maar ik was blij dat ik ’s avonds weer thuis was. De Playstation heb ik meteen verkocht toen ik terugkwam uit Zuid-Afrika. Ook dat is voor mij een valkuil.’
Een ander leven
‘Mijn leven is nu zo veel mooier met wat ik wél heb. Mijn levensvreugde haal ik nu uit andere dingen: fietsen, wandelen en mijn grote hobby: met de metaaldetector op pad gaan. Het contact met mensen is nu ook anders. Mijn neefje zei laatst: ‘Ik heb 30 jaar lang een voorbeeld gehad hoe het niet moest. Nu laat je me zien hoe het wél moet.’ Ik merk nu dat ze mij nooit voor vol hebben aangezien. Dat snap ik ook. Ik had het nooit in de gaten, want ik was al vanaf mijn 13e onder invloed.’
Lichtpuntje
Geert is nu gelukkig in zijn werk als ervaringsdeskundige bij Novadic-Kentron. ‘Het geeft veel voldoening om anderen te kunnen helpen. Ik ben zelf overal wel een keer tegenaan gelopen. Als mensen vragen of twijfels hebben, kunnen ze dat met me bespreken. Die gesprekken zijn strikt vertrouwelijk, ik deel niets met behandelaars of psychologen. Mijn leidinggevende noemt mij en mijn collega’s ‘de brengers van hoop en positiviteit’. Voor sommigen zijn we echt het lichtpuntje van de week.’
Het echte taboe
‘Mijn familie wist dat ik dronk en gebruikte. Maar niet in welke mate. Als ik tegen mijn moeder zei dat ik naar boven ging om te gamen en een biertje te drinken, dacht zij dat ik één pilsje bedoelde. In werkelijkheid nam ik 8 halve liters mee. Maar het echte probleem was niet de drank en de medicijnen, maar toegeven dat ik zonder dat het leven niet aankon. Ik vond mezelf zwak. Dat is het echte taboe. Daarom zeg ik: praat erover, maak het bespreekbaar. Dat helpt. Het is niet jouw schuld.’